Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Ook sprak ik tot de priesteren, en tot [27]dit ganse volk, zeggende: Zo zegt de HEERE: Hoort niet naar de woorden uwer profeten, die u profeteren, zeggende: Ziet, [28]de vaten van des HEEREN huis zullen nu haast uit Babel wedergebracht worden; want zij profeteren u valsheid. 27. Dat de priesters en valse profeten aanhing. 28. Die ten tijde van Jojakim en Jechonia naar Babel gevoerd waren; 2 Kron.37:7,10.